Jolien

Gracenia

Debby

Gertjan

Janice

We waren verrast! What a surprise!

In a blue room is a chair. On the floor is a carpet. There is a table. A little girl sits on another chair and sews. There is a window with a yellow curtain. The sun shines through the glass.

In een blauwe kamer staat een stoel. Op de vloer ligt er een tapijt. Er is een tafel aanwezig. Een klein meisje zit op een andere stoel en naait. Er is een venster met een geel gordijn. De zon schijnt door het glas.

***

Here sits a little girl on a chair made of dark brown wood. On the chair there is a girl. On the chair there is a cushion. The girl is knitting while she sits in her living room on the chair. In the room there is a carpet across the floor. There are blue walls and two windows behind the girl. There are two more chairs in the room. Beside the girl there is a table with a small box and a dark red table cloth. The window has dark red curtains.

Hier zit een klein meisje op een stoel gemaakt van donkerbruin hout. Op de stoel ligt er een kussen. Het meisje breit terwijl ze in haar woonkamer op de stoel zit. In de kamer ligt er een tapijt op de vloer. Er zijn blauwe muren en twee vensters achter het meisje te zien. Er zijn nog twee stoelen in de kamer. Naast het meisje is er nog een tafel met een kleine lade en een donkerrood tafelkleed. Het venster heeft donkerrode gordijnen.

**

I see a little girl. She sits on a chair and knits in a room. The room has four chairs. I see a picture on the wall too. There are two windows on the wall and between the two windows are two pictures. She has yellow hair with plaits. It's a very old room.

Ik zie een klein meisje. Ze zit op een stoel en breit in een kamer. De kamer heeft vier stoelen. Ik zie ook een afbeelding op de muur. Er zijn twee vensters in de muur en tussen de twee vensters zijn er twee afbeeldingen. Ze heeft geel haar met vlechten. Het is een heel oude kamer.

***

The window is on the right side of the room. The girl sits on the chair in the right side beside the window. There is a blue wall and the floor is checked by grey, green and yellow.

Het venster is aan de rechterzijde van de kamer. Het meisje zit op de stoel aan de rechterkant naast het venster. Er is een blauwe muur en de vloer is grijs, groen en geel geruit.

***

I can see one blue wall in the room. On one chair sits a girl. The girl has yellow hair and a blue dress. She has a red sweater under the dress. The room is big. There is one big window.

Ik zie één blauwe muur in de kamer. Op een stoel zit er een meisje. Het meisje heeft geel haar en draagt een blauw kleed. Ze draagt een rode sweater onder het kleed. De kamer is groot. Er is één groot venster.